Beroemde  piraten

 

Piraten en kapers
Ruim tweeduizend jaar geleden kenden de oude Grieken het woord ‘piraat’ al. Het betekende ‘aanvaller’. Tegenwoordig word het woord nog steeds gebruikt voor elke zeeman die een schip aanvalt of kustplaatsen plundert.

In de loop van de tijd hebben piraten veel benamingen gekregen: zeerover, boekanier, rover, flibustier en kaper… maar uiteindelijk hielden ze zich allemaal met hetzelfde bezig: piraterij. Soms gaf een regering een scheepseigenaar opdracht om een koopvaardijschip van het land waarmee ze in oorlog was, aan te vallen. Deze legale piraten werden ‘kaapvaarders’ genoemd; ze deelden de opbrengst met de regering. Vele gerespecteerde zeelieden, zoals Francis Drake, werden bij tijd en wijle piraat. En vele regeringen steunden in het geheim piratenexpedities – mits de piraten de buit met hen deelden.

Leven aan boord
Hoe zag het leven aan boord van een piratenschip eruit? Over het algemeen stelde de roofbuit niet al te veel voor. Tussen de gevechten door was het leven va
ak hard en miserabel. Als het goed weer was en de zee kalm, verveelden de mannen zich en begonnen te drinken, waarna vaak heftige gevechten uitbraken. Bij ruw weer waren mannen al snel doorweekt van het zoute water; ze waren ijskoud, aan alle kanten gekneusd en uitgeput.

Als piraten ’s nachts geen wacht liepen sliepen ze op het benauwde benedendek. Een donkere, afgesloten ruimte die kraakte, stampte en deinde. In het ruim stond een laag water en er liepen ratten – voor Chinese piraten een lekkernij. Overdag brandde je huid in de tropische zon. Er waren geen medicijnen. Ledematen die in de strijd waren verwond, werden er zonder verdoving afgezaagd, vaak door de timmerman van het schip. Het enige pleziertje dat piraten hadden was dobbelen of rum drinken.

Piratenvlaggen en verrekijkers
De eerste piratenvlaggen waren bloedrood. Ze werden voor de aanval gehesen ten teken dat niemand zou worden gespaard. Men vermoed dat de Franse woorden joli rouge (mooi rood), door de Engelsen werden verbasterd tot Jolly Roger, zoals zij een piratenvlag noemden. Eind 17e en begin 18e eeuw ontwierpen vele piraten hun eigen vlag, wit op een ondergrond van rood, of vaker nog, zwart.

Bron: http://www.scholieren.com/werkstukken/32288

Simon de Danser
Simon de Danser werd 1577 geboren en leeften tot 1611. Hij kon vechten als de besten. En hij viel nooit Hollandse schepen aan. Rock de Braziliaan, waarvan de echte naam onbeklend is werd rond 1635 in Groningen geboren . Hij overviel op de Caraíbische zee vooral schepen uit Spamje. Die vanuit Mieuw-Spanje onderweg waren naar Havanna of Europa.

  

Blackbeard 
Er was geen piraat zo wreed als Edward Teach zijn bijnaam was ‘Blackbeard’ dat betekent Zwartbaard .Teach wist precies wat het beste wapen van een
piraat was:  dat was zijn
vijanden angst aanjagen. Hij verscheen dan ook als de duivel. De lonten onder zijn hoed hulden hem in zwarte rook, in zijn baard droeg hij rode strikken en aan zijn lijf hingen pistolen. De vijand gaf zich vaak over voordat een schot was gelost en als men de ring niet wilden afgeven hakte hij je vinger af.

Voor zijn mannen was Blackbeard ook een bruut. Af en toe maakte hij er een dood dat bewees dat hij de baas was. Hij had een schip met 40 kanonnen. Hij versloeg een groot Engels oorlogsschip en maakte ook veel anderen schepen buit. Blackbeard nam zelfs een hele stad in!  

Laurens Cornelis Boudewijn de Graaf was een piraat die aan het einde van de 17e eeuw in de Caribische Zee werkte Hij was met de Spaanse zilvervloot naar Amerika gegaan en had ondertussen veel kennis opgedaan van de Spaanse schepen. Deze kennis gebruikte hij om zich in piratenbendes op te werken tot hij uiteindelijk kapitein werd. Als piratenkapitein nam hij vele (vooral Spaanse) schepen in, waardoor hij in Amerika zeer berucht werd.

Bezetting van Veracruz

Zijn meest bekende daad is echter de bezetting van de als onneembaar beschouwde stad Veracruz. In een nacht in mei 1683 namen hij en Nicolaes van Hoorn deze grote en rijke stad via het land in. De bezetting van de stad duurde twee weken, ca. tweehonderd gevangenen stierven staande.

Na vijf dagen zou een Spaanse tegenaanval niet lang meer op zich laten wachten, waarop De Graaf en Van Hoorn hun acht schepen vol laadden met de geplunderde waren en met slaven Van Hoorn kwam aan zijn einde bij een duel tussen hem en De Graaf over de verdeling van de buit.

Bron wikipedia

 

Grote Pier

 

Grote Pier heette eigenlijk Pier Gerlofs Donia en is geboren in het dorpje Kimswerd in Friesland. Zijn Friese bijnaam, "Grutte Pier" of "Greate Pyr" betekent net als in het Nederlands: Grote Pier (Grote Peter). Pier was een rijke, hardwerkende Friese boer in het dorpje Kimswerd in Friesland. Een reus van een man, werd geboren in 1480 en overleed in het jaar 1520. Zijn neef was de beroemde piraat en krijgsheer Wijerd Jelckama. Hij was de leider van het beruchte rebellenleger de Arumer Zwarte Hoop.

Familie

Grote Pier kwam uit een interessante familie. Zijn moeder was van adel, en stamde af van ridders. Zijn vader was een rijke boer. Omdat Pier's vader boer was, hoorde Pier zelf ook boer te worden. Zo ging dat in die tijd.

 

 

Oorlog

In het jaar 1515 zat Nederland vol met soldaten van de Zwarte Band, Duitse gemene soldaten en de mensen waren er bang voor. Grote Pier niet. In 1515 kwamen ze naar zijn dorp, Kimswerd en brandden het plat. Grote Pier's boerderij brandde af en zijn vrouw en zoon kwamen om.

Piraat

Grote Pier was erg verdrietig maar ook erg boos! Hij had altijd hard gewerkt, en nu was hij zijn boerderij en zijn familie kwijt!

Grote Pier verzamelde toen allemaal boze boeren en arme mensen van adel om zich heen.. De meeste kwamen uit Arum, dus noemden ze dit leger de "Arumer Zwarte Hoop". Ze waren eerst met weinig, en stalen een boot. Daarmee overvielen ze steeds meer schepen, waar ze dan in gingen varen. De bemanning kreeg een Fries rijmpje; als ze dat konden uitspreken mochten ze als piraat aan boord blijven, anders gooide Grote Pier ze van boord af. Dat deed Grote Pier omdat hij een hekel had gekregen aan Hollanders en Saksen en alles wat niet Fries was. Omdat ze hem alles hadden afgenomen waar hij van hield.

Langzamerhand kregen Pier en zijn piraten van de Arumer Zwarte Hoop steeds meer schepen in handen. Totdat ze een hele piratenvloot hadden van wel 15 schepen. (Een vloot zijn een heleboel schepen bij elkaar).

Eerst hadden de piraten steeds alleen maar een paar schepen tegelijkertijd aangevallen, maar nu Pier zo veel schepen had kon hij ook veel schepen tegelijk aanvallen. Het ging van kwaad tot erger. Overal in de Zuiderzee doken zijn piraten op - de Hollanders noemden hem de "Schrik van de Zuiderzee" (nu het IJsselmeer) en waren doodsbenauwd voor hem. Uiteindelijk besloten de Nederlandse mensen dat het zo niet langer kon. Ze verzamelden een grote vloot van 28 schepen om af te rekenen met Pier Gerlofs Donia voor de Friese kust, het was inmiddels het jaar 1517. Tot ieders verassing, misschien was zelfs Grote Pier verrast, won hij de zeeslag! 28 schepen gingen in vlammen op Pier liet alle bemanningsleden over boord gooien...

Aan land

Het was het jaar 1517. Grote Pier's leger de Arumer Zwarte Hoop telde nu bijna 4000 leden en geen schip waagde zich nog aan de Friese kust. Pier begon toen Gelderse soldaten met zijn schepen aan de kust af te zetten. Vandaar ging hij, en zijn neef Wijerd Jelckama, naar Medemblik. Deze Wijerd was al net zo'n reus als Pier en had ook een enorm groot zwaard. Ze kwamen langs Enkhuizen en Wervershoof en kwamen aan bij Medemblik. Al snel hadden ze Medemblik ingenomen en namen ze rijke burgers van de stad gevangen. Deze lieten ze dan vrij, maar niet voordat ze er een hoge prijs voor hadden gekregen. Een dappere man in Medemblik, Joost van Buren, sloot zich met wat mensen op in het kasteel van Medemblik en wist het grote piratenleger buiten de deur te houden. Grote Pier had al gauw door dat hij zo het kasteel niet kon innemen: hij was woedend!

 

 

Jelckama en Donia vechtend tegen de Hollanders

De Friese piraten en Gelderse huur soldaten plunderden (stalen alles) toen de stad Medemblik en de kleine dorpjes die er oom heen lagen. Daarna liet Pier Medemblik in de brand steken - dat was heel gemeen van hem want bijna alle huisjes en zelfs de kerk waren toen nog van hout. Alles ging dus in vlammen op, behalve het kasteel want steen brand niet.

Ze trokken verder door het land en veroverden de stad Asperen. Ze bouwden er een muur omheen en plunderden allemaal dorpjes eromheen, daarna gingen ze weer terug naar de stad, die gebruikten ze als basis (plek waar ze steeds heen konden).

In 1518 viel een vloot van elf Hollandse schepen de schepen van Grote Pier aan. Deze werd geleid door Antonius van Houte, de "Admiraal van de Zuiderzee" en Heer van Vleteren. Ze werden voor de kust van Hoorn verslagen door de Friese piraten. Kort na deze overwinning versloeg Pier een leger van 300 Hollanders bij Hindeloopen.

Wat Grote Pier allemaal kon

Grote Pier was zo sterk dat hij munten tussen zijn duim en wijsvinger kon ombuigen! Hij kon een paard van duizend pond optillen en op zijn schouders nemen! Dat is wel 500 kilo's. Grote Pier was wel 7 voet lang, dat is 2 meter 13 centimeter en hij had een zwaard dat nog langer was dan hemzelf. Ook is bekend van Grote Pier dat hij eens vijf sterke mannen heeft verslagen die hem kwamen op zoeken. Toen hij, over zijn ploeg gebogen, op het land stond, vroegen ze hem waar Grote Pier van Kimswerd woonde. Grote Pier stond toen op, pakte de ploeg met één hand op (en die was heel zwaar!) en wees naar zijn boerderij - "Daar woont hij", sprak Grote Pier, en sloeg zichzelf met zijn enorme vuist op de borst: "en hier staat hij!" Grote Pier had veel indruk op zijn tijdgenoten gemaakt: "Een grote zwarte man met gloeiend ogen, gruwelijk op te zien!", bibberden ze!

Laatste jaren en dood

In 1519, droevig en alleen zonder zijn familie, ging Grote Pier in Sneek wonen. Hij stierf daar in het jaar 1520, hij was pas 40 jaar oud.

Na zijn dood

Ook nu, na zijn dood, zijn veel mensen Grote Pier nog niet vergeten. Vooral in Friesland kennen de mensen hem goed. Hij werd in zijn tijd vooral gezien als een slechte man waar mensen erg bang voor waren, maar tegenwoordig wordt hij meer en meer als een held gezien die voor de vrijheid van zijn land vocht. In de serie Floris speelt hij een belangrijke rol als één van de belangrijkste slechteriken. Veel Friese skutsje zeilboten worden naar hem vernoemd en Friese sportclubs of Friese scoutingclubs. Zoals bijvoorbeeld de Leeuwarder Rugby club Greate Pier. Ook in het buitenland is hij bekend. In het Latijn heet hij "Pierius Magnus", in het Portugees "Grande Pedro", en in het Duits "Grosse Peter".

Bron wikikids